Angstsoorten bij kinderen



Gegeneraliseerde angst


Kenmerkend voor deze angst is het overdreven bezorgd piekeren. Daarnaast toont het kind de volgende verschijnselen: concentratieproblemen, slaapproblemen, verkrampte spieren, snel vermoeid raken, prikkelbaar.


Kinderen, die last hebben van deze angst, zijn meestal perfectionistisch ingesteld en onzeker. Zij zijn steeds op zoek naar bevestiging en geruststelling bij hun omgeving.


Professionele hulp laat het kind zien, dat de bezorgdheid vaak onrealistisch van aard is.


Gaandeweg zal die negatieve bezorgdheid wegebben en zal ook het zelfvertrouwen van het kind groeien.


Uitingen:


  1. "Mij gaat iets ergs overkomen, ik ben bang."
  2. "Ik denk vaak aan de dood."

Paniekaanvallen


Een paniekaanval is begrensd qua duur en treedt plotseling en zeer intens op. De aanval van paniek gaat gepaard met de volgende symptomen: hartkloppingen, transpireren, benauwdheid, misselijkheid.


De gedachte om de controle over jezelf te verliezen, of om dood te gaan zijn onverdraaglijk op dat moment.


Bij kinderen doen zich deze paniekaanvallen meestal voor doordat zij de situatie niet kunnen overzien, laat staan begrijpen. Het is belangrijk dat de ouder op een rustige wijze reageert en de situatie inzichtelijk maakt voor kind.


Uitingen:


  1. "Als ik een probleem heb, ga ik beven."
  2. "Soms krijg ik het heel benauwd, als ik eraan denk."

Sociale fobie


Deze angst komt veelvuldig voor bij jongeren. Zij gaan gebukt onder de gedachte dat hun functioneren door anderen als negatief wordt beoordeeld.


Deze kinderen functioneren gespannen in groepsverband.

Dat kan betekenen dat het kind op school niet het niveau haalt, dat hij/zij qua aanleg zou kunnen bereiken.


Jonge kinderen kunnen niet altijd de situaties, die deze angst oproepen, mijden, omdat volwassenen hen dwingen er aan deel te nemen.


Naast angst kan dan ook de frustratie voor veel (lichamelijke en geestelijke) problemen bij het kind zorgen. Het gevoel van eenzaamheid neemt daardoor toe.


Met een sociale fobie moet voorzichtig en vakkundig omgegaan worden. Deze angst grijpt diep in het functioneren van het kind. Uitingen van deze angst kunnen gedragstoornissen zijn.


Het kind maskeert zijn/haar angst door middel van een dwars en uitdagend gedrag. Ouders en andere volwassenen dienen alert hierop te zijn en adequaat te reageren. Professionele hulp is wenselijk.


Uitingen:


  1. "Ik ben bang dat ik stomme dingen doe en anderen mij uitlachen."
  2. "Ik vind het heel belangrijk wat anderen van mij vinden."

Specifieke fobie


Als er een heftige angst ontstaat voor een bepaalde situatie of een bepaald object dan spreken we over een specifieke fobie.


Een lift, een spin, water, hoogte kunnen bij mensen, en dus kinderen, angst oproepen. Bij kinderen kan deze angst zich uiten in huilen, uitbarstingen van woede, verstijven of vastklampen.


Kinderen realiseren zich niet dat hun angst overdreven is en soms geven zij niet aan eronder te lijden. Wanneer de angst het dagelijkse functioneren van het kind sterk gaat beïnvloeden, dan gaat het kind zaken mijden die de angst bij hem/haar veroorzaken. Deze vermijding gaat op den duur voor nog meer problemen zorgen.


Als ouder is het van belang de angstsignalen bij het kind te herkennen. Met professionele hulp zijn specifieke fobieën goed te verhelpen.


Uitingen:


  1. "Ik ben bang voor spinnen, en daar moet je geen grapjes over maken."
  2. "Ik ga niet met de lift. Ik neem liever de trap."

Separatieangst


Bij separatieangst is het kind overdreven bang om gescheiden te worden van thuis. Deze angst kan allerlei lichamelijke ongemakken oproepen, zoals buikpijn, hoofdpijn.


Hele jonge kinderen kunnen er zelfs nachtmerries van krijgen bij de gedachte om van hun ouders gescheiden te worden.


Als het kind ouder wordt komt bezorgdheid kijken. Het kind vraagt zich in negatieve zin af wat de scheiding voor hem en zijn ouders kan gaan betekenen.


Kinderen maken zich vooraf dan al bang voor wat mogelijk mis kan gaan. Logeerpartijtjes en schoolkampen zijn in dergelijke gevallen bronnen van irreële angst.


Bij adolescenten valt het op dat vooral jongens moeite hebben met het verlaten van hun ouders. Meestal tonen zij de angst door middel van lichamelijke problemen, zoals braken, buikpijn, enz.


Heimwee is in wezen een andere benaming voor de separatieangst. Wordt de scheiding doorgezet dan reageert een kind vaak met een paniekaanval.


Uitingen:


  1. "Ik ben bang, als ik alleen moet slapen."
  2. "Ik ben onzeker, als mijn ouders er niet zijn."

Terug naar boven




Je bevindt je op de site:


Pensatore sites


Angst:



Burn-out:



Coachen:



Ontspannen:



Stress:



Zelfkennis:



Zelfvertrouwen:



Interessante sites: